Darwin en de strijd tegen het toeval
Struggle for life
De evolutietheorie van Charles Darwin beschrijft de wereld als één grote struggle for life. Soorten staan elkaar voortdurend naar het leven, de omgeving verandert voortdurend en alleen die soorten overleven, die het best zijn aangepast aan de (nieuwe) omstandigheden. Soorten veranderingen in verschillende richtingen, heel geleidelijk en stapje voor stapje. Soorten waarbij verandering leidt tot voordeel, hebben succes en groeien, soorten waarbij verandering leidt tot nadeel, zijn niet succesvol, en sterven uit.
Survival of the fittest
Het bovenstaande geldt natuurlijk ook voor bedrijven. Lees bedrijven waar soorten staat en het hele verhaal is nog even waar:
Het leven van een onderneming is één grote struggle for life. Klanten en concurrenten staan de onderneming voortdurend naar het leven, de omgeving verandert voortdurend en de onderneming overleeft alleen als het zich steeds weer aanpast aan de (nieuwe) omstandigheden. Veranderingen die voordeel opleveren moeten beklijven, veranderingen die nadeel opleveren moeten worden teruggedraaid. Een onderneming die onvoldoende voordelige veranderingen doorvoert of te veel nadelige laat voortbestaan, is niet succesvol en wordt op allerlei manieren in haar voortbestaan bedreigd. Eén ding staat als een paal boven water: veranderen kunnen we niet aan het toeval overlaten, het is Darwin niet. Veranderingen moeten doelgericht worden gepland, doorgevoerd en (vooral) bijgestuurd.
Succes
Als we het toeval voor willen zijn, zullen we de redenering moeten omdraaien: we moeten beginnen aan het eind. Wanneer zijn we succesvol? In de strategie bepalen we welke waarde we toevoegen, welke positie we willen innemen en welke eisen dat stelt aan de organisatie. Opdat we bestaansrecht blijven houden. Opdat we ons succesvol kunnen handhaven in onze omgeving. Pas als we het er over eens zijn wanneer we succesvol zijn, kunnen we alles wat we doen toetsen aan de bijdrage aan dat succes. Pas als we weten wanneer we succesvol zijn, kunnen we veranderingen doelgericht plannen, uitvoeren en bijsturen. Pas als we weten wanneer we succesvol zijn, kunnen we het toeval een handje helpen. Het is dus noodzakelijk dat we een duidelijk gezamenlijk beeld hebben van succes. En pas dan zijn we niet meer (helemaal) van het toeval afhankelijk.
Kwaliteit = fit for purpose
Als je aan een gemiddeld Nederlands huishouden vraagt wat een goede auto is, komen ze met eisen als: vier zitplaatsen (man, vrouw en twee kinderen) en veel bagageruimte (ze gaan altijd kamperen). Als je Sebastian Vettel vraagt wat een goede auto is, komt hij met heel andere eisen. Dat komt omdat succes bij mij (comfort, mobiliteit, leuke vakantie) iets anders is dan bij Vettel (races winnen). Een goede auto bestaat dus niet. Pas als ik weet wat het doel is van die auto, als ik weet hoe hij kan bijdragen aan het succes, pas dan kan ik kwaliteit definiëren. Kwaliteit is niet een objectief begrip, kwaliteit is altijd doelgericht, aangepast aan het doel.
Kwaliteit = fit for purpose. En in de struggle for life is alleen plaats voor the fittest.
Zonder succes geen doel, zonder doel geen succes
We moeten het er over eens zijn wanneer we succesvol (zullen) zijn en we moeten onze doelen zo formuleren dat ze zichtbaar bijdragen aan dat succes. Intelligent Design, zeg maar. We moeten er voor zorgen dat we bij alles wat we doen het doel kennen en we moeten alles wat we doen toetsen aan dat doel. Opdat alles wat we doen, bijdraagt aan het succes van de onderneming. En dingen die niet aantoonbaar bijdragen aan dat succes moeten we ook vooral niet doen. “Kwaliteit = fit for purpose” geeft een ondergrens aan (hier moet het minimaal aan voldoen), maar ook een bovengrens (het ‘extra’ heeft onvoldoende toegevoegde waarde).
Fit for success
Om die reden is een heldere strategie en een helder merk zo belangrijk voor een organisatie, zelfs als het een afdeling of business-unit binnen een onderneming is. Om die reden is het zo belangrijk dat iedereen de strategie en het merk goed kent en altijd kan vinden. Als iedereen weet welke doelen we ons stellen, kunnen we alles aan die doelen toetsen. Dan wordt fit for purpose een ingeburgerde term, in het managementteam, maar ook op de werkvloer. Dat moet groeien. De manier van denken moet landen bij iedereen. Dat is een doel op zich. En dat moet dus fit for purpose worden nagestreefd.
Alice in Wonderland
Alice: Kunt je me alsjeblieft vertellen welke kant ik op moet?
Cheshire Cat: Dat hangt er helemaal van af waar je heen wilt.
Alice: Dat kan me niet zo veel schelen.
Cheshire Cat: Dan maakt het ook niet uit waar je heen gaat.
Alice: …als ik maar ergens uitkom!
Cheshire Cat: Oh, maar dat gebeurt ook wel. Als je maar lang genoeg doorloopt.
Met Alice is het uiteindelijk goed afgelopen. Maar dat was toeval (of eigenlijk de wil van de schrijver, die een heel duidelijk beeld had van succes).