Innovatie-inflatie
Sommige organisaties hebben een heel erg strenge definitie van innovatie. Innovatie, dat is wat hele grote bedrijven doen, denk aan Apple, Samsung, Proctor & Gamble, IBM en Nike. Grote organisaties met grote budgetten voor innovatie. “Daar” zeggen ze dan, “zijn wij niet groot genoeg voor, dat kúnnen we niet, dus dat moeten we ook niet willen.” En dus doen ze niets aan innovatie.
Andere organisaties noemen alle verandering innovatie. Jazeker innoveren wij, we hebben net nog een nieuwe release van systeem X geïmplementeerd. Die zijn er zo van overtuigd dat ze al innoveren, dat ze niets nieuws meer doen. Ze innoveren tenslotte al. Op die manier is innovatie een ander woord voor change/verandering geworden. Innovatie-inflatie, het woord betekent niets meer. Als alles innovatie is, is niets het meer.
Innovatie is wel degelijk iets anders dan verandering en het is ook iets dat iedere organisatie zou moeten doen. Ik zag laatste een kapper, daar kon je voor een vast bedrag per maand zo vaak als je wilt je haar laten knippen. Met verschillende prijzen voor verschillende soorten kapsels. Innovatie van het dienstaanbod. Innovatie breekt in zeker één opzicht met wat we gewend zijn. In ons aanbod, in de prijsstelling, in de procesgang, in der service, of ergens anders. Het kan allemaal, als het maar breekt met wat we gewend zijn. Sommige innovatie is wereldnieuws, verreweg de meeste is dat niet. Maar de klanten kijken er van op, dat wel.
Zullen we innovatie weer gewoon innovatie noemen als het innovatie is? En anders niet? Zou dat niet een heleboel verwarring voorkomen? Zodat we eerlijk tegen elkaar kunnen zeggen dat iedere organisatie aan innovatie moet doen. En nee, wat jullie nu doen is geen innovatie, dat is verandering.
Bart Stofberg